Zo lang als ik me kan herinneren leef ik in thema’s. Er is altijd een thema wat me bezig houdt. En wat me beïnvloedt bij alles wat ik doe. De thema’s komen in mijn leven door iets wat ik lees in de krant, door een stuk muziek wat ik steeds beluister, of door een gebeurtenis die ik of iemand in mijn naaste omgeving meemaak. Ze variëren van: “dat wat je weet en je beïnvloedt bij alles wat je doet” (je paradigma, dat wat je ziet maar wat er niet is, of wat jouw mening of gevoel is bij een bepaalde situatie), tot sterke emoties. Vaak zijn dit vrij abstracte thema’s. Wat gebeurt er dan met je? Om dit te kunnen begrijpen licht ik één detail eruit en bekijk en overdenk dit van alle kanten.

Zo ontstaat ook mijn kunst. Ik neem één of enkele aspecten en die vergroot ik uit. Dat kan een gevoel zijn, maar ook iets concreets als een vorm of kleur. Vervolgens ga ik in de remix. Ik mix de componenten en vertaal die naar een interessant beeld. Mijn zoektocht gaat meestal via verschillende uitvoeringen, het eindbeeld ontstaat nooit in één keer. Ik onderneem een bijna ambachtelijk onderzoeksproces, waarbij de volgorde van de handelingen net zo bepalend is als de samenstelling van de materialen. 

Het ontstane beeld kan tweedimensionaal zijn, maar ook drie dimensionaal. 

Ik houd van traditionele (handwerk) technieken. Veelal omdat er een heel ambachtelijk verwerkingsproces -en dus geschiedenis- mee verbonden is. Ik vertaal deze naar een moderne toepassing. Ik gebruik daarbij vaak vezels en garens. Ik zoek de grens op van dat wat mogelijk is met deze materialen, wil ze op mijn eigen manier in een vorm dwingen. De eigenschappen van de materialen die niet voor de hand liggen, omdat ze meestal als negatief worden gezien, pas ik juist bewust toe. Ik smelt kunststof stoffen, zodat zij een bijna natuurlijk voorkomen krijgen. Ik verstijf juist natuurlijke vezels, zodat zij een minder natuurlijk voorkomen krijgen. Ik heb gaandeweg een liefde voor polyester ontwikkeld.

Mijn kunstwerken hebben bijna altijd een werkgang ondergaan door vrije hand borduren met mijn naaimachine. En zijn vaak in meerdere of mindere mate vervormd door middel van hitte. Ik gebruik onconventionele materialen in mijn naaiwerk, zoek de grenzen van de naaitechniek op door zachte, rekbare garens of juist metalen te gebruiken en door het naaien op niet traditionele gronden als papier. Ik zoek ook naar het vormen van drie dimensionale vormen, anders dan door het in elkaar naaien van in vorm geknipte panelen. Textuur, lijn en vorm zijn drie ingrediënten die opvallen in mijn werk. Ik speel met textuur door het steeds weer opnieuw aanbrengen van lagen. De lijnen en vormen die ik gebruik zijn makkelijk terug te leiden naar geometrische vormen. Bollen, cirkels en driehoeken komen opvallend vaak terug.

Ik werk in een atelier in de leukste culturele broedplaats van Leeuwarden, de Floris Verster ateliers in het DOAS gebouw aan de Cornelis Trooststraat. 

In de gang van de leukste broedplaats van Leeuwarden: gebouw de DOAS